WebLogic 12.2.1 update bootcamp

Quobell serverroom

16 maart jl. organiseerde Oracle Partner Enablement Benelux de WebLogic 12.2.1 update bootcamp. Twee ervaren DBA’s van Insystems, Paul Djuly en Albert Doerga, hebben aan deze bootcamp deelgenomen, en onderstaand een impressie hiervan. Tijdens de bootcamp, gegeven door Kurt Levevre en zijn collega Mark, kwamen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Een introductie van de nieuwe features van WebLogic 12.2.1;
  • Hands-on Labs;
  • Presentatie van het Oracle Cloud Platform.

Consolidatie

Met Oracle Database 12c werd de zogenaamde multitenant architectuur geïntroduceerd. Dat wil zeggen dat het mogelijk is om een grote hoeveelheid sub-databases binnen een ‘superdatabase’ te hebben. Deze ‘superdatabase’ is de Multitenant container database (CDB). In eerdere versies diende elke database in een aparte omgeving of server beheerd te worden, en iedere database vergde eigen resources. De voordelen de CDB, wat in principe de consolidatie van de resources realiseert, zijn kostenbesparing (er zijn minder resources nodig), het beheren als een geheel, flexibiliteit en een effectieve methode voor de cloud. Insystems WebLogic server multitenant

In WebLogic 12.2.1 wordt een gelijksoortig multitenant architectuur geïntroduceerd, waarin je een super domain heb onderverdeeld in domain partitions, een soort container per applicatie. Binnen een domain partition deelt een aantal applicaties de resources. Tevens is het gemakkelijk een applicatie in een container te ‘packagen’, te exporteren en vervolgens te importeren in een ander omgeving, zonder de performance en up-time van de gehele domain aan te tasten.
Echter, als er een applicatie in een domain partition is ondergebracht kan het niet in een klassieke domain worden teruggezet. Hetzelfde principe geldt voor de CDB Oracle 12c database.

Hands-on labs

De labs bestonden uit een aantal praktische oefeningen waarmee je verschillende groepen applicaties in een domain diende te deployen, en vervolgens weer op verschillende domain partitions. Dit was in de eerder releases niet mogelijk.
Aan het begin van het hands-on gedeelte werden de nieuwe begrippen van WebLogic geïntroduceerd. Redelijke voorkennis van WebLogic bleek wel nodig.

Domain partitions

Hierin wordt het domain, wat in principe een set van applicaties is, onderverdeeld in domain partities. Een domain partition is een administratieve en runtime deel van een WebLogic domain dat een verzameling applicaties en resources bevat.
Dit heeft het voordeel dat verschillende applicaties dezelfde resource delen, zoals de JVM, het OS en WebLogic zelf, terwijl per applicatie bijv. data en configuratie binnen een tenant geïsoleerd blijven.

Resource Groups

Nieuw is de mogelijkheid om de resources (zoals JMS en database connecties) te koppelen met een specifieke applicatie en dit als een geheel te beheren. Dit kan zowel op domain level als voor een specifieke domain partition.

Virtual target

Een virtual target is een verzameling van de server of cluster, een http server en een url (voor de binnenkomende requests). Een domain partition wordt gekoppeld met een virtual target.Oracle WebLogic server 12c

Orace Traffic Director

De OTD is een software load balancer die high volume balancing op verschillende manieren kan bewerkstelligen. Om enkele mogelijkheden te noemen: round robin en load balancing gebaseerd op aantal connecties. De High Availabilty features zijn transparant failover en ‘health checks’ aan de backend.

Resource Consumption Management

Doordat de resources van de verschillende domain partitions worden gedeeld is het belangrijk om de ‘resource consumption’ te monitoren en te sturen. Met de Resource Manager kun je policies definiëren gebaseerd op bijvoorbeeld CPU gebruik en JVM usage.

Tijdens de hands-on labs zelf werd goed en gedetailleerd kennis gemaakt met het toepassen van de nieuwe begrippen en configuraties. De instructies waren helder. De eerste lab ging over het configureren van een domain en het deployen van de bekende voorbeeld Medrec applicatie. Vervolgens zijn verschillende onderdelen van de applicatie geisoleerd in domain partitions. Security dient tussen de domain partitions volledig te zijn geïsoleerd. Hieraan werd een van de labs geheel gewijd. Als laatste kwam de Resource Manager aan bod.

Oracle Cloud

Tegen het einde van de middag werd kort het concept van het Oracle Cloud Platform behandeld. PaaS (Platform as a Service) is een categorie van computing services in de cloud waar klanten hun applicaties kunnen ontwikkelen en beheren zonder de complexiteit en het onderhoud van de hardware en onderliggende infrastructuur. CloudsD.m.v. een demonstratie werd duidelijk hoe gemakkelijk je met een browser een Oracle database configureert, de WebLogic Server kunt aanpassen, een WebLogic cluster kunt configureren, alsmede een database kunt back-uppen.

Er zijn twee soorten services: de public cloud van Oracle waarbij de klant verantwoordelijk is voor het deployen van de software, en de private cloud waarbij de klant voor de infra zorgt en Oracle de database en WebLogic server installeert.

PaaS is eigenlijk een verzameling van software onderdelen, zoals databases en middleware, die draait op de Oracle infrastructuur. Voor de klant is dit onzichtbaar en niet relevant, maar de hardware draait op high performance systemen als Exadata en Exalogic. Uiteraard zijn ze voor de klant reeds geconfigureerd. Deze systemen zijn multitenant en worden door meerdere klanten gebruikt. Multitenancy is door zijn consolidatie en dichtheid ‘resource vriendelijk’. Het is evident dat dit kostenbesparend is, temeer de klant geen fysieke infrastructuur hoeft te onderhouden.